Hoe Brouwen?
Brouwingrediënten
Graangewassen
Vermoute:
Gerst: beste graanprodukt om te gebruiken voor bierproces – rijk aan zetmelen en eiwitten
Tarwe: wordt nooit als graanprodukt alleen gebruikt voor het brouwen van bier, altijd in combinatie met gerst, tenzij bij produceren tarwe- of lambiekbieren
Spelt: momenteel enorm populair in gebruik voor de biobieren
Rogge: Gebruikt in produktie alcohol vrije bieren om meer kruiding te geven
Haver: wordt nooit als graanprodukt alleen gebruikt voor het brouwen van bier, altijd in combinatie met gerst, geeft een te vettige toets aan het bier
Onvermoute:
Mais: goedkoop graanprodukt, geeft goud gele kleur aan het bier
Rijst: geeft lichte, doordrinkbare bieren
Water
Water geeft een typische smaak aan het bier.
Een glas bier bestaat voor 98% uit water.
Hop: Het "kruid" in het bier
Het unieke aroma en de bittere smaak van hop vormen als tegenhanger van het zoete gerstemout voor balans in het bier. We kennen aromahop en bitterhop. Brouwers kiezen vaak voor een mix en voegen zelfs tijdens het proces op verschillende momenten andere hopsoorten toe om de smaak te verfijnen.
Hop heeft ook een bewaareffect: het vertraagt de veroudering van het bier, waardoor het langer houdbaar is.
Alleen vrouwelijke, onbevruchte hopbellen worden gebuikt. Mannelijke hopbellen bezitten teveel vetten en oliën en is nefast voor de schuimkraag.
Gist
Gist is een 1-celig micro-organisme en zorgt voor de omzetting van suikers in het bier tot alcohol en Co2.
Biergist bevat B-vitaminen, chroom en selenium.
Deze stoffen hebben de volgende gezondheidseffecten in het lichaam: B-vitamines zijn belangrijk voor het normaal functioneren van je lichaam en ondersteunen je energieniveau. Vitamine B2, B3 en biotine dragen bij tot de instandhouding van een normale huid.
Brouwproces
Mouten = graankorrels geschikt maken voor bierbereiding.
Hoe? Door ze warm en vochtig te maken en er lucht doorheen te blazen (= lentegevoel in natuur), zodat de korrel gaat ontkiemen en de enzymen (= zetmeel en eiwitten) oplosbaar te maken. Deze gekiemde graankorrels worden vervolgens gedroogd. Dit proces gebeurt in de Mouterij. De graankorrel is nu klaar om in de brouwerij zijn zetmelen om te zetten tot suikers.
In de brouwerij gaat het brouwen nadien als volgt:
Eerst wordt de mout vermalen tot schroot (schroten) in de schrootmolen.
Vervolgens wordt de schroot gemengd met water (= bierbeslag) en opgewarmd in verschillende stappen (= maïschen), zodat de enzymen hun zetmeel kunnen omgezetten naar gistbare en onvergistbare suikers.
De onopgeloste stoffen (= draft/ bostel) worden eruit gefilterd (klaren).
De substantie die rest = zuivere wort, wordt vervolgens gekookt, samen met de hop (koken).
Daarna worden alle nog resterende ongewenste stoffen (hop, eiwitten, …) eruit gezuiverd (zuiveren) en koelt het brouwsel af met steriele beluchting (koelen). Hierna wordt het liquid naar de lagertanks gestuurd en wordt aan het brouwsel gist toegevoegd, waarna het vergisten begint.
Dit proces kan verschillende dagen tot verschillende weken duren, aangezien de gist de suikers dient om te zetten in alcohol en koolzuur.
Naar keuze van de brouwer welk type bier hij wilde brouwen, zal het jonge bier al dan niet worden gefilterd.
Het brouwsel is nu klaar om gebotteld te worden in flesjes of afgevuld te worden in vaten.
Ook het al of niet uitvoeren van een nagisting op fles en/ of pasteurisatie wordt in deze fase eveneens beslist.
Zicht op brouwketels in Brouwerij & Distilleerderij Craywinckelhof.